De Samurai spreekt al eeuwen tot velen van ons tot de verbeelding. Niet alleen in Japan, maar ook in de rest van de wereld. De samurai is een iconisch figuur geworden, van bijna mythische proporties. Dat is ook niet gek als je kijkt naar de Japanse geschiedenis. Deze krijgers hebben namelijk maar liefst ruim 700 jaar lang de dienst uitgemaakt in Japan en genoten lange tijd hoog aanzien en sociale status.
Samurai waren een elite-krijgersklasse in Japan van grofweg begin 12e eeuw tot halverwege de 19e eeuw. Het ontstaan van de samurai gaat terug tot de Heian-periode (794-1185). Toen werd de militaire dienstplicht afgeschaft. In het oude systeem waren er plaatselijke legereenheden. Nu werden er milities ingezet. Dit kondei-systeem hield in dat groepen professionele, lokale krijgers, afkomstig uit lagere ambtelijke families, nu de orde bewaakten. Deze krijgers werden ook wel Samurai genoemd. Die term stamt af van het werkwoord: saburau (‘dienen”). Samurai betekent letterlijk ‘hij die dient’. Zij dienden de hofadel als militairen en hadden dus een beschermende functie. Maar ze werden ook ingezet om belastingen te innen bij de bevolking. Enigszins vergelijkbaar dus met het Westerse feodale systeem van leenheren.
Alle Japanse gebogen of rechte lange zwaarden met een enkelzijdig snijvlak worden gewoonlijk een Samoeraizwaard genoemd, meestal een katana of wakizashi. In dit artikel willen we verschillende soorten Japanse zwaarden schetsen en grofweg classificeren en differentiëren in hun historische ontwikkeling.
Het Japanse zwaard of Samoerai zwaard werd hand gesmeed , waarbij het zwaard tot stand kwam door het metaal (tamahagana) keer op keer te vouwen en te hameren zodat er tot wel 1300 lagen metaal op elkaar gehecht waren, genaamd damast staal.
Dan werd het ruwe zwaard in zijn vorm gezet en grofweg geslepen, daarna werd de hele kling van een klei laag voorzien, bij het snijvlak dunner en naar de rug toe dikker en verhit in de Tatara oven tot ca. 1200°C.
Dan afgeschrikt in een bak water zodat daar waar de dunne klei laag zit sneller afkoelt en de Hamon (geharde deel) ontstaat die het snijvlak lang scherp houdt.
Na deze procedure wordt het zwaard gepolijst zodat Hamon en Jihada (smeed patroon van het Damast) goed zichtbaar zijn en gemonteerd in een Koshirae.
De Shogun had van de vroege Koto periode (ca. 1100) tot in de Shinto periode (ca. 1700) de meeste invloed en zeggenschap in Japan, de militante Shogun stuurde de Daimyo aan (Japanse edelman en grondbezitter) die op hun beurt weer de samurai gevechtseenheden aanstuurden en van zwaarden voorzag.
De lengte van het snijvlak of in het Japans “nagasa” geeft een aanwijzing voor de juiste naam van een Japans zwaard:
- tanto heeft een snijlengte tot 29,9cm
- wakizashi heeft een snijlengte van 30cm tot 59,9cm
- katana en Tachi vanaf 60,0cm en langer
Uiteindelijk is de montering ofwel Koshirae cruciaal voor de naamgeving en dragen van het zwaard in een periode.
|
Tachi |
|
Volgens de overlevering smeedde de smid Amakuni het eerste zwaard van dit type al in de 8e eeuw. Tijdens politieke veranderingen in het oude Japan rond het begin van de 10e eeuw ontstond de nieuwe klasse van samoerai, die hun aanspraken op macht handhaafde door middel van oorlogshandelingen. Als het belangrijkste wapen koos de samoerai enkelsnijdende zwaarden als een gebogen lang zwaard. Vanaf dat moment bleven de legendarische zwaarden van de samoerai zich ontwikkelen.
De zwaarden van de samoerai zijn verdeeld in verschillende ontwikkelingstijdvakken.
De meeste vroege zwaardklingen hebben een snijlengte van wel 150 cm en waren de No-dachi en Tachi. Tachi betekent lang gebogen Japanse zwaard of betekent “groot zwaard”. Het werd voornamelijk gebruikt door ruiters en was ontworpen door grootte en aard om tegenstanders te voet vanaf het paard aan te vallen. Kenmerkend is de relatief grote kromming van het lemmet en de gebogen handgreep. Het wordt achter de Obi gedragen met het snijvlak naar beneden.
|
Uchikatana |
|
De Uchigatana/Uchikatana werd ontwikkeld in de 14e eeuw. De uchigatana is kleiner dan de tachi. Daarom is het geschikt voor gevechten in kleine ruimtes (bijvoorbeeld in gebouwen). Het werd aan de riem gedragen met het snijvlak omhoog, waardoor het veel sneller getrokken kon worden. In tegenstelling tot de tachi is de greep van de uchigatana recht. De naam Uchigatana komt overeen met de naam Katana.
|
Katana |
|
Na verloop van tijd werden de zwaarden van de originele tachi korter en korter voor een betere hantering. Een andere ontwikkeling was dat de zwaarden met de snede naar boven aan de riem werden gedragen. Dit zijn de kenmerken van de katana. Katana werd gebruikelijk in de 14e eeuw en vooral tijdens de vredesperiode vanaf de Muromachi periode. Het wordt aan de riem gedragen en heeft een recht handvat. Het is het legendarische primaire wapen van de samoerai. De lengte/ nagasa is ca. 70 cm tot 100 cm.
Het is het meest gerespecteerde zwaard onder de wapens van de samoerai.
|
Wakizashi |
|
Een wakizashi is het iets kortere zwaard (tot 59,9cm)van de samoerai. Het ontstond rond dezelfde tijd als de katana. Het is een secundair wapen en wordt met één hand gehanteerd, dus het is een directe afstammeling van de Uchigatana. De snijkant wijst naar boven bij het dragen achter de Obi. Vooral tijdens de vredesperiode vanaf het begin van de 17e eeuw was dit zwaard erg populair en werd het meestal met de katana gedragen als een DaiSho.
|
Daisho |
|
Daisho (letterlijk groot en klein) wordt in het Japans gebruikt voor vergelijkbare paren van een klein en een groot zwaard. In de context van zwaarden duidt het een zwaarden paar aan bestaande uit een lang zwaard en een kort zwaard met gelijkende koshirae/monteringen.
Het werd beschouwd als een statussymbool van de samoerai, omdat ze het zwaard in het openbaar mochten dragen. Een Daisho bestaat uit Daito en Shoto.
|
Daito |
|
De Daito (lang zwaard) is het langere zwaard van het paar zwaarden.
Vormt vaak de katana als het langere zwaard van de dasho. Het langere zwaard was meestal het primaire wapen van de Samurai.
|
Shoto |
|
Het shoto (kort zwaard) is het kortere zwaard van het paar dat als “secundair wapen” werd gebruikt.
Een wakizashi werd vaak gebruikt als shoto in huis of beperkte ruimten.
|
Tanto |
|
Vertaald betekent kort zwaard en kan worden gezien als mes of dolk. Hij heeft een lengte van max. 30 cm.
De Samurai droeg het vaak binnens huis waar geen zwaarden werden gedragen.
|
Het einde van het Samurai tijdperk |
|
Het was een van de privileges van de samoerai om een katana of de dasho in het openbaar te dragen. Tijdens de lange periode van vrede vanaf het begin van de 17e eeuw werden samoerai-zwaarden en hun ontwerp statussymbolen. Dus de zwaarden werden gebruikt om aan de buitenwereld te laten zien wie je bent. Daardoor verdween het oorlogszuchtige gebruik naar de achtergrond en kwam het artistieke kunnen van de smid meer naar voren.
In de loop van de Meiji-restauratie in de 19e eeuw verloren de samoerai hun speciale privileges (1876) en was het niet langer toegestaan om de zwaarden in het openbaar te dragen. Hiermee ging het eerdere belang van de zwaarden verloren.
|
Gunto of Shin-gunto |
|
Gunto of Shin-gunto is een overkoepelende term voor Japanse militaire zwaarden.
Tijdens de industrialisatie van Japan in de 19e eeuw werd de oorspronkelijke zwaardstijl niet gebruikt. Na te zijn getraind door westerse militaire adviseurs, gebruikten de keizerlijke troepen zwaarden van overwegend westers ontwerp: relatief rechte zwaarden met een sabelachtig ontwerp. In het Japans worden deze wapens kyu-gunto genoemd. Dit nieuwe wapen was het shin-gunto of "nieuw legerzwaard". Het was bedoeld voor officiersgebruik in het keizerlijke Japanse leger en de marine.
|